Karin Mayon
Profiel Leeftijd : 31 Aantal berichten : 137 Poképoints : 81 Reputatie : 14 PokégearPokéGearGeslacht: VrouwLeeftijd: 13 jaarPokémon: | Onderwerp: Take to the sky vr sep 28, 2012 11:06 am | |
| .x. A Pidgey day .x.
Kaede deed langzaam zijn ogen open en nam zijn omgeving in zich op. Hij bevond zich op een metalen stang wat onderdeel was van een stapelbed. Zijn blik ging omlaag en viel op het warrige, roze haar van zijn trainer. Het meisje was nog diep in slaap en Kaede glimlachte scheef. Hij mocht Karin graag en vond het eigenlijk helemaal niet zo erg dat hij gevangen was. Natuurlijk had zijn vader heel andere plannen voor hem gehad, maar het lot nam soms op de meest onverwachtse momenten een wending. De Pidgey geeuwde en strekte zijn vleugels. Hij was geen bijzonder grote Pidgey, gewoon gemiddeld. Eigenlijk was alles aan hem gemiddeld. Zijn kleur, zijn snelheid, zijn kracht. Een nukkig trekje ontstond rondom zijn snavel. In zijn familie was hij ook altijd de gemiddelde geweest. Natuurlijk was het fijn geweest dat hij geen achterstanden opliep zoals zijn jongere broertje, maar hij blonk ook in niks uit. Zijn zussen wel. Amélie was ontzettend behendig en vloog door het dikste kreupelhout zonder ook maar een veertje te krenken. Claire had haar snelheid in haar voordeel. Geen Pidgey in hun bos kon haar verslaan in de korte sprint. Kaede zuchtte. Hij durfde zijn pokeball eronder te verwedden dat Claire onderhand de aanval Quick Attack al lang en breed onder de knie had. Zijn bruine ogen dwaalden weer af naar Karin. Hoewel het meisje haar uiterste best had gedaan om hem te helpen had hij de aanval nog altijd niet in de klauwen. Een zacht briesje streek door zijn veren en verbaasd keek de Pidgey om. Het raam stond nog op een kier, het was dan ook behoorlijk warm geweest vannacht. Kaede keek even van het raam naar Karin en weer terug, maar zijn beslissing was snel gemaakt. Even de vleugels strekken. De Pidgey opende zijn vleugels en hipte over de stalen balk. Vrij elegant sprong hij naar beneden en lande vederzacht op de vensterbank. Daar draaide hij even om en nam hij de situatie in zich op. Karin lag in het bovenste stapelbed, Arash lag als een bolletje aan haar voeten. Sora lag in het bed eronder. Kaede glimlachte scheef, draaide zich om en klapwiekte het raam uit.
De ochtendwind was zwoel en geladen, het beloofde weer een warme dag te worden. Het was nog rustig op de straten van Cerulean City, hoewel er al winkeliers en marktkooplui in de weer waren met hun kraampjes. Cerulean City was de stad van theater en vermaak, dus het verbaasde Kaede niks dat er ook al wat straat artiesten te vinden waren. De Pidgey liet zijn vleugels overhellen en scheerde naar links. Daar, aan de horizon, zag hij Mount Moon. Hoewel hij tijdens de reis door berg in zijn pokeball had gezeten had hij wel alle verhalen achteraf gehoord. Natuurlijk had hij Céline's evolutie wel bij mogen wonen. En die van Ithai niet te vergeten. Kaede zuchtte. Het leek wel alsof iedereen sterker werd, behalve hij. Okee, hij was op het moment de zwakste in het team. Ithai was nu rond level 16, aangezien hij geëvolueerd was. Arash' level was wat lastiger te bepalen, aangezien hij met een steen evolueerde. Maar Kaede gokte dat de Growlithe nu tussen de level 16 en 20 zat. Zelf was hij nog maar net level 13.. Goed, daar kon hij over zitten sobben, of hij kon er wat aan doen. Kaede ademde diep in en begon als een idioot met zijn vleugels te slaan. Hij spurtte weg, maar er was nog altijd geen witte gloed of extreme snelheid te bespeurde. Kaede maakte een nukkig geluidje en liet zich even meedrijven op een luchtstroom. Met de wind nu in zijn rug probeerde hij het nog een keer. Mentaal stuurde hij als zijn kracht naar zijn vleugels, zijn gezicht was één en al concentratie en inspanning. De vermoeidheid stroomde door zijn vleugels en al gauw moest hij zijn tempo afzwakken.
Op dat moment hoorde hij het. Een giechel. Kaede kneep zijn ogen samen en keek achterdochtig om zich heen. Plotseling schoot er iets in een spiraal om hem heen, het witte licht verblinde hem en het gelach klonk nog na in zijn oren. Met een ruk draaide hij zich om en zag nu een Pidgey in de lucht zweven. Ze was extreem klein voor een Pidgey, maar alles duidde erop dat ze daar niet mee leek te zitten. Ze giechelde en schoot als een hyper bolletje heen en weer. Kaede fronste bij het zien van deze hypere Pidgey. "Wie ben jij?" vroeg hij niet onvriendelijk. "Ik ben Matti," kwetterde de Pidgey, waarbij ze haar naam uitsprak als Mèttie. "En jij? Wie ben jij? Wat probeerde je te doen? Je staartveren inhalen?" ratelde Matti door, waarna ze een aantal meter naar beneden tuimelde bij het lachen om haar eigen grapje. Kaede keek haar aan alsof ze gestoord was, wat misschien ook wel zo was. "Mijn naam is Kaede en ik.. Ik probeer mezelf Quick Attack aan te leren," antwoordde hij zo normaal mogelijk, wat een behoorlijk opgave was aangezien Matti zich als een kolibrie verplaatste en Kaede bijna zijn nek verdraaide om haar aan te blijven kijken. Opnieuw giechelde Matti. "Maar dat doe je toch niet zo?" Ze glimlachte breed en keek hem met grote, nieuwsgierige ogen aan. Kaede merkte dat haar ogen veel te groot leken voor haar kopje, wat haar zowel een aandoenlijk als een alienachtig uiterlijk gaf. "Maar hoe dan wel?" vroeg hij verward. "Kom, ik zal het je laten zien! Kom, kom op! Meekomen!"
Na haar eerste zin was Matti weg gespurt, waarna ze over haar schouder naar hem bleef roepen. Kaede zette haastig de achtervolging in. De kleine Matti dook naar beneden en scheerde over de hoofden van de mensen die al wakker waren. Ze schoot links een steeg in, schoot verticaal omhoog om een brandtrap te ontwijken, tolde over de rand van het dak en schoot aan de andere kant van het gebouw weer naar beneden. Kaede volgde haar in deze dollemansrit waarbij ze ternauwernood gebouwen, mensen en objecten ontweken. "Matti, waar gaan we heen?" riep Kaede buiten adem, terwijl ze door een steeg schoten. Plotseling draaide Matti zich om, schoot in een witte streep op hem af en vloog weer in een spiraal om hem heen. "Soms is het de reis die er toe doet!" riep ze hem na, terwijl de kleine Pidgey er weer vandoor schoot. Kaede keek haar volledig verward na, maar begon toen weer met zijn vleugels te slaan om haar in te halen. Ze doorkruisten alle steegjes van Cerulean City, ontweken territoriale Rattata en moordlustige Meowth en al die tijd bleef Matti zingen, roepen en lachen. "Pak me dan, als je kan," echode er door de steegjes. Kaede was moe, geïrriteerd en bovenal vastbesloten die kleine verenbaal te pakken te krijgen. Hij kreeg de smaak van het zwenkten, duiken en ontwijken nu echt te pakken en de kleine Matti kwam steeds dichterbij. Nog één, kleine eindsprint... Plotseling vervulde een energie hem, een witte waas omhulde zijn veren en hij lanceerde zichzelf. In zijn ooghoek zag hij dat hij Matti voorbij spurtte, toen schoot hij de steeg uit en trok hij in een rechte streep omhoog, naar de blauwe hemel. "Ik kan het!" kraaide de Pidgey, waarbij hij de aanval afkapte en hij een triomfantelijk rondje vloog. Matti kwam bij hem vliegen, lachend en hijgend. "Snap je me nu? Je leert geen Quick Attack door in een rechte streep te vliegen, het is behendigheid!" lachte ze. "Matti, je bent een genie!" kirde Kaede, terwijl hij om Matti heen fladderde. "Kom, laten we wat gaan drinken." Zonder op zijn antwoord te wachten dook de kleine Pidgey weer naar beneden, Kaede volgde zonder morren.
Matti leidde hem naar een klein parkje. In het midden stond een breed, stenen vogelbad. Ze streken neer op de rand, dronken wat water en wasten zichzelf. Matti was al snel weer op adem, maar het kostte Kaede een hele tijd om zijn adem onder controle te krijgen. Na een half uurtje zaten de twee Pidgey tegen elkaar aan op de stenen rand van het bad. "Bedankt Matti," glimlachte Kaede dankbaar, "Zonder jou was het me niet gelukt." De kleine Pidgey streek even met haar vleugel langs haar kleine lichaam. "Ach, ik weet zeker dat je trainer er ook wel op was gekomen, uiteindelijk." Verbaasd keek Kaede op en staarde hij haar aan. "Hoe weet je dat ik een trainer heb?" Matti glimlachte scheef. "Als je lang genoeg op de straat hebt geleefd leer je het onderscheid snel te maken," glimlachte Matti wat triest. Kaede staarde naar het water aan zijn klauwen. Hij voelde medelijden voor de kleine Matti. Hij kon zich voorstellen dat ze niet de eerste keuze zou zijn van een trainer om te vangen. Ze was klein en uit proportie. Maar zagen ze dan niet hoe snel, slim en behendig ze was? Mensen waren soms zo blind. "Ik wou dat ik wat voor je kon doen," zei Kaede zacht. Matti haalde haar schouders op. "Ach, hoeft niet. Ik heb hier alles wat ik wil. En zo ontmoet ik nog eens iemand." Ze glimlachte hem warm toe en Kaede glimlachte terug. Hij sloeg zijn vleugel om haar heen. "Bedankt Matti, voor alles. Ik moet nu echt terug, maar ik zal je nooit vergeten." Matti vleide even haar hoofd tegen zijn borst. "Dag Kaede. Het ga je goed." Kaede hipte een paar passen terug, keek de kleine Pidgey nog even vertwijfeld aan en klapwiekte toen weg.
De lucht was felblauw, onderbroken door plukken witte wolken. Op zijn weg terug naar het Pokemoncenter bleef Kaede oefenen, zwenkte hij tot hij het gevoel weer had en hij weg spurtte in een witte waas. Fladderend landde hij op de vensterbank en hipte hij de slaapkamer in. Alles was nog precies zoals hij het had achtergelaten. Kaede fladderde weer naar de metalen stang aan Karins hoofdeinde. Daar keek hij glimlachend neer op zijn trainer. Hij kon niet wachten om haar zijn nieuwe aanval te laten zien. Maar nu ging hij eerst nog even een uiltje knappen. De Pidgey geeuwde, schikte zijn veren en stak zijn kop onder zijn vleugel. Al gauw sliep de Pidgey en in zijn dromen scheerde hij langs de felblauwe hemel met witte wolken, met Matti aan zijn zijde. OOC: Inspired by: Take to the sky - Owl city |
|