Haar strompelende pas ging langzaam over naar een drafje en aan het einde van de straat was ze in volle sprint. Karin vocht tegen de tranen, terwijl ze zich een weg baande door de drukke stad. Sora wachtte op haar bij het Pokémon Center. Zij wist misschien wat ze moest doen. Akiko.. Akiko was gestolen. Ze moest hem terug krijgen! Het welbekende rode dak kwam in zicht en de steken in haar zij dwongen Karin langzamer te gaan lopen. Hijgend kwam ze aandraven bij het Center. "Karin!" Een duidelijk ontzette Sora kwam naar haar toegerend. "Sora," Karin greep de armen van haar vriendin vast, "Akiko.. Akiko is gestolen!" Haar stem brak. Het groenharige meisje staarde haar met grote ogen aan, Karin merkte nu pas dat die ook al nat waren van de tranen. "Sun ook." De twee kleine woordjes troffen Karin als een mokerslag. "Wat? Maar, wie? Hoe? Waarom?" Karin schudde haar hoofd, haar gedachten zoemden door haar hoofd als een verstoord wespennest.

Arash.

Karin keek met een ruk op. "Arash. Arash is gewond. Ik moet hem naar binnen brengen." Zonder op antwoord te wachten liet ze haar vriendin los en stormde ze naar binnen. De zuster aan de balie keek haar geschokt aan toen het rozeharige meisje een noodstop maakte aan de balie en haar de Pokéball in de handen drukte. "Hij is gewond, erg," bracht ze uit, "Help, alsjeblieft.." De zuster knikte ferm en haastte zich naar achteren. Karins postuur zakte in, ze voelde zich moe en futloos. Een zachte hand sloot zich om haar pols en voerde haar mee naar één van de banken. Karin plofte neer en keek naar Sora. Die was ook duidelijk van slag. "Wat is er gebeurd?" vroeg Karin zacht, haar stem schor.

Waarom stalen ze hun Elektrische Pokémon?