Met een triomfantelijke grijns keek Shiyo toe hoe Tiko’s aanval raak was en de Vulpix erdoor bezweek. Had ze gewonnen? Ze zag dat Suki op haar pokémon afliep en iets tegen deze zei, maar ze was te druk bezig met zichzelf om te kunnen horen wat er precies gezegd werd. Toen de brunette haar Vulpix bij elkaar raapte en toen op haar af kwam gelopen, was voor de nep Shiyo duidelijk dat ze haar taak met succes had volbracht. Langzaam maar zeker voelde Shiyo hoe de energie haar lichaam verliet en ze zich weer compleet normaal voelde. Om uit te testen dat ze daadwerkelijk weer over haar eigen lichaam ging, bewoog ze haar linkerarm een paar keer op en neer en balde haar hand een aantal keer tot een vuist, waarna ze haar greep weer liet verslappen en het opnieuw deed. Een gerustgestelde glimlach sierde haar lippen toen ze dit alles weer kon doen onder haar eigen wil. “Dank je voor dit mooie gevecht en gefeliciteerd. Ik hoop dat je er ook iets van geleerd hebt? En dat je het zelf ook leuk vond natuurlijk,” hoorde ze Suki zeggen, waarop het meisje haar hand naar haar had uitgestoken. Beseffend dat dit een normaal ritueel was na een gevecht, besloot zij ook haar hand uit te steken en Suki’s hand te schudden, zelfs al was zij niet echt degene die de brunette verslagen had. “Jij ook bedankt,” glimlachte ze op de gebruikelijke Shiyo-manier. Vervolgens liet ze haar blik bezorgd naar de Vulpix in Suki’s armen zakken. Hopelijk had ze niet al teveel schade opgelopen. Het leek er in ieder geval niet op dat ze echt pijn had. Ze lag zelfs al bijna te slapen. Haar blik gleed door naar Tiko, die inmiddels naast haar was komen staan. Ook hij zag er gehavend uit, maar hij scheen geen ernstige verwondingen te hebben. Shiyo besloot Suki als een voorbeeld te nemen en tilde haar pokémon van de grond, terwijl ze hem een dankbare glimlach schonk. Hij krulde ook zijn mondhoeken ter reactie en richtte toen zijn aandacht op hun gezelschap. “Wil je een trainster worden?” vroeg deze. De Sandshrew voelde dat zijn trainer haar spieren aanspande en zich niet meer op haar gemak voelde. Hij fronste hierom, maar besloot er verder niks van te zeggen of om omhoog te kijken. “… Ik… Denk er nog even over na,” antwoordde Shiyo uiteindelijk, waarna ze haar chocoladebruine ogen op haar pokémon richtte. “Ik ga maar eens naar het Pokécenter,” mompelde ze, maar het was luid genoeg om te kunnen verstaan. Het liefste wilde ze nu meteen wegrennen, bang dat ze alsnog naar haar hoofd kreeg geslingerd dat ze die arme Vulpix door een hel heeft laten lopen. “Misschien zie ik je nog wel eens. Nogmaals bedankt voor het gevecht,” glimlachte ze toen en draaide zich om. Hopelijk werd ze nu niet vervloekt door Suki. Arceus wist wat voor een types hier op aarde rondliep en hoewel de meeste er normaal uitzagen, betekende dat niet dat ze normaal waren. Shiyo schudde vlug haar hoofd. Suki was zo niet. Suki was niet als haar… Toch?