Karakter KaartNaam: Takahiro Inoue, al stelt hij zichzelf altijd voor als "Hiro".
Leeftijd: 19
Geslacht: Man
Woonplaats: Vermillion City
Uiterlijk: Hiro heeft zwart haar dat meestal alle kanten op staat. Zijn groene ogen hebben altijd een hatelijke glans, ook als Hiro de persoon tegenover hem eigenlijk helemaal niet haat. Zijn gebruikelijke gezichtsuitdrukking is nors en afstandelijk, alsof hij niet gestoord wil worden. Dit gaat niet helemaal samen met zijn karakter, want hij heeft geen noemenswaardige hekel aan mensen. Een opvallend kenmerk aan zijn uiterlijk is het kleine, korte baardje en daarnaast ook zijn extreem magere gestalte, die hem kleiner doet lijken dan hij eigenlijk is (hij is 1.75).
Hiro droeg tot voor kort altijd dezelfde kleding: bruin, met allemaal gaten en voor koude dagen handschoenen die ooit wel vingers hadden, maar tegenwoordig niet meer. Nu hij bij team rocket zit, draagt hij deze kleding nog steeds, maar nu wisselt hij het af en toe af met nieuwere, zwarte kleding.
Karakter: Hiro doet zichzelf graag slimmer voor dan hij is. Hij heeft van veel zaken juist geen verstand en vindt zijn eigen gewin het belangrijkste. Het eerste andere levende wezen waar hij van is gaan houden, is zijn Golduck Quack. Verder is Hiro behoorlijk ambitieus, zoals zijn vader ook eens was, maar hij weet niet goed met zijn ambities om te gaan. Dit komt vooral door zijn gebrek aan kennis over de wereld.
Familie:- Hikaru Inoue (49): de vader van Hiro. Hij doet zijn best om er te zijn voor zijn kinderen, maar moet toch telkens weer beschaamd bekennen dat hij aan zijn eigen welzijn meer waarde hecht.
- Akane Inoue (48): de moeder van Hiro. Ze is niet de beste moeder die een kind zich kan wensen, maar dat komt vooral uit onwetendheid. Het lijkt nooit helemaal tot haar door te dringen dat andere mensen ook gevoelens hebben. Haar wereld draait voornamelijk om Hikaru en haarzelf.
- Ichirou Inoue (20): de oudere broer van Hiro. Hij is beschermend en gedraagt zich volwassen. Hij voelt zich verantwoordelijk voor zijn broertjes.
- Masaru Inoue (18): een jongere broer van Hiro. Hij is nogal verlegen, maar erg lief voor zijn medemens.
- Riouichi Inoue (16): een jongere broer van Hiro. Hij is vaak ziek, maar probeert zich sterker voor te doen dan hij is.
- Gorou Inoue (13): een jongere broer van Hiro. Hij houdt van pesten, al doet Ichirou zijn uiterste best hem dat af te leren.
- Minoru Inoue (11): de jongste broer van Hiro. Hij is een betwetertje, al is hij niet erg slim. Hij is ook erg eerlijk en doet zijn best altijd rechtvaardige beslissingen te nemen.
Trainer/Coördinator/Gymleider/Grunt: Grunt
Pokémon: Hiro heeft een Golduck, die hij Quack heeft genoemd. De pokémon is lang Psyduck gebleven, wat vooral komt door de armoedige omstandigheden waarin Hiro en hij hebben geleefd.
Geschiedenis:Celadon City: stad van de Regenboog. De stad had niet voor niets die bijnaam, want geen enkele kleur ontbrak tussen de vele huizen en de grote mart. Blauw in de fontein, groen in de gym van de graspokémon, maar het meest opvallend nog wel de Game Corner met zijn verlichting in duizend verschillende tinten, die ook 's nachts nog brandde onder de donkere hemel.
Toch had ook Celadon een donker hoekje. Het was niet ver van de Game Corner vandaan te vinden en vooral 's avonds en 's nachts was het er druk. Overdag viel het pas op dat het een vervallen huis was waarom het hier draaide. Er was een herberg in gevestigd, die op een zonnige dag de naam
The Nine Tales had gekregen, maar tegenwoordig
The Wine Tales werd genoemd, voornamelijk om de hoge concentratie alcohol die er werd gevoerd.
De eigenaar van de herberg vond het wel best. Zijn naam? Hikaru Inoue. Hij had met moeite aan de herberg kunnen komen en was allang blij dat hij zichzelf uit de goot had gehesen en nu degelijk werk had. De herberg mocht dan wel vervallen zijn en alleen maar 'laag' volk onderdak bieden, hij verdiende er genoeg aan om zijn vrouw en zichzelf te voeden. Hij had meer bereikt dan zijn ouders hadden kunnen vermoeden toen hij geheel ongepland was geboren.
Zijn vrouw, Akana Inoue, was iets minder blij met de weg die de herberg opging, maar ze klaagde niet. Ze kwam uit een degelijk gezin en had een beter leven kunnen hebben dan dat ze nu leidde, maar haar liefde voor Hikaru had zich in haar hart verankerd. Ze zou hem door de hel volgen, als hij haar dat vroeg.
Akane was 29 jaar oud, Hikaru 30, toen ze hun eerste kind kregen. Akane verheugde zich op het moederschap, ondanks dat ze voorheen nooit een kind had gewild. Ze had zichzelf altijd voorgehouden dat ze een vreselijke moeder zou zijn en dat wilde ze geen enkel kind aandoen. Toch werden haar moedergevoelens nu opgewekt. Tijdens de laatste maanden van haar zwangerschap begon ze na te denken over de naam voor het kind. Aimi, Mai, Ren, Sakura... er waren keuzes genoeg en ze vreesde dat ze nooit een goede naam zou kunnen vinden. Op de dag van de zwangerschap had ze echter haar keuze gemaakt, maar de naam zou nooit over haar lippen komen. Nooit, omdat het een meisjesnaam was die ze had bedacht.
De jongen die ze baarde werd Ichirou genoemd, haar eerste zoon.
Akane was in eerste instantie teleurgesteld, maar ze leerde van haar zoon te houden. Toch bleef haar verlangen om een dochter te krijgen diep in haar hart branden. Misschien was het daarom ook niet vreemd, dat ze tien maanden later - in de koude winternacht van 6 op 7 januari - opnieuw (en iets te vroeg) een kind op de wereld zette. Nu was haar teleurstelling groter toen het een jongen bleek. Ze keek niet naar hem en Hikaru wist niet helemaal zeker of hij blij moest zijn met zijn tweede zoon. Hij vond het niet erg dat het een zoon was en geen dochter, maar hij vond het vreselijk dat zijn vrouw daar wel problemen mee had. Omdat Akane weigerde om een fatsoenlijke naam voor de jongen te verzinnen, gaf Hikaru hem de naam Takahiro, zoals zijn vader had geheten.
Takahiro groeide op in de herberg, maar daar was dan ook wel alles mee gezegd. Zijn oudere broer kreeg al niet heel veel aandacht, maar Hiro nog veel minder. Toen zijn moeder een paar maanden later opnieuw zwanger raakte, zei haar man voorzichtig tegen haar: ' Bedenk je alstjeblieft dat dit niet per se een meisje wordt...'
Daarop glimlachte Akane tegen hem en zei: 'Dat weet ik, maar dan kunnen het altijd nog twee zoons en een dochter worden. Dat is ook goed.'
'Drie zoons en een dochter,' verbeterde Hikaru haar. Daarop keek Akane hem zo vreemd aan, dat Hikaru zich af begon te vragen of ze de hele gedachte aan Takahiro had weggestopt. Wist ze wel dat ze al een tweede zoon had? Hij zei er echter niets over en besloot af te wachten wat hun derde kind zou worden.
Vijftien volle maanden stond Takahiro al op de wereld, toen zijn broertje werd geboren. Wederom was Akane teleurgesteld, maar ze had zich al op de komst voorbereid. Diep vanbinnen had ze al geweten dat het een jongen zou worden. Ze noemde hem Masaru. Misschien droegen zijn schattige, rode appelwangetjes er ook wel aan bij dat ze hem meteen accepteerde in het gezin. Een hoge schattigheidsfactor was immers iets dat bij Takahiro niet te vinden was geweest. Zijn zwarte haar en zijn bleke, spitse gezicht hadden een zekere duistere uitstraling. Hij was dan wel zo lief om nooit te huilen om aandacht, maar dit leidde er ook toe dat hij het minste eten van de drie zoons kreeg en daardoor mager was.
Zijn situatie verbeterde niet toen Akane twee jaar later opnieuw beviel. Ze wilde nog steeds graag een dochter, iets wat haar man verontrustte. Toch was Akane niet teleurgesteld toen het wederom een jongen bleek die ze baarde. Ze glimlachte naar Hikaru en zei: 'Volgende keer beter.'
Hikaru hield teveel van zijn vrouw om te zeggen dat ze nu wel genoeg kinderen hadden en dat ze een volgend kind echt niet zouden kunnen voeden. De laatstgeborene (die de naam Riouichi had gekregen) had al extra aandacht nodig, omdat hij vaak ziek was. Bovendien hadden ze slechts geld om hun één van hun kinderen naar school te sturen. De rest van gedoemd thuis les van hun ouders en de mensen in de herberg te krijgen en of ze daar nou echt beter van werden...?
Takahiro kreeg überhaupt geen les. Zijn moeder was hem vergeten, zijn vader had het te druk met de herberg om hem iets te leren. De mensen in de herberg leerden hem alleen maar woorden die hij van zijn vader niet in een fatsoenlijk gesprek mocht gebruiken. Hij bleef ongeletterd, maar wel nieuwsgierig. Zelf ging hij op een dag de stad in en keek daar rond. Vooral de Game Corner met de duizenden lichtjes sprak hem aan. Maar hij mocht daar nog niet naar binnen, daar was hij te jong voor.
Toen hij zes was, had Takahiro nog moeite met zijn eigen naam. Daarom korte hij het af naar Hiro, wat hij wel makkelijk uit kon spreken en zelfs kon schrijven (al wist hij niet helemaal wat de afzonderlijke letters inhielden, hij zag het meer als een soort kinderlijke tekening). In dat jaar werd ook de zesde zoon van de familie Inoue geboren. Hij werd Gorou genoemd en werd door Akane lachend aan Hikaru gegeven met de woorden: 'Ah, jammer, weer niet.' Hikaru vreeste dat ze het als een soort spel begon te zien, maar zei er niets van. Nog altijd was hij verlamd door de liefde.
Tegen die tijd had de oudste zoon al een hoge mate van zelfstandigheid bereikt. Hij nam veel taken van zijn moeder over en zorgde voor zijn jongere broers alsof ze zijn eigen kinderen waren. Hij vond dat hij verantwoordelijk voor ze was en probeerde hen dingen te leren die hij zelf op school had geleerd. Dit lukte bij Masaru en Riouichi, maar Hiro was veel te vaak weg en luisterde weinig naar zijn oudere broer. Hij was ook enigszins jaloers op zijn oudere broer, simpelweg omdat die ouder was en wél aandacht van zijn moeder kreeg en wél naar school mocht. Hiro, als tweede in de lijn, was een niemand.
Hiro was acht jaar toen de laatste jongen in huize Inoue werd geboren. Minoru was een stil jongetje, maar ook heel meisjesachtig. Waarschijnlijk was hij het dichts bij het vrouwelijke geslacht dat Akane ooit zou kunnen krijgen. Dat gold in ieder geval wel voor de tijd dat Hiro bij hen was, want na Minoru kwam er geen achtste kind.
Dit had er alles mee te maken dat Akane na de geboorte van Minoru ernstig ziek werd en dat Hikaru's beschermende kant boven kwam. Hij vond het leven van zijn vrouw belangrijker dan dat zij haar zin kreeg en een meisje zou krijgen.
Akane werd weer beter, maar bleef altijd nog zwak. Dit werd gekenmerkt door een wat minder winstgevende periode in de herberg. Hiro merkte hier echter maar weinig van. Hij zag zijn moeder sowieso nooit en had weinig te maken met de geldzaken in de herberg. Heel af en toe kreeg hij wat geld van zijn vader, maar dat geld gebruikte hij nooit. Het lag te rusten in een stoffen zakje onder zijn matras.
Pas een aantal jaar later haalde hij het daar weg. Hoewel hij altijd al eens naar de Game Corner had willen gaan, had hij pas toen te horen gekregen van een gokverslaafde in de herberg dat er mooie pokémon te winnen vielen - al moet daarbij gezegd worden dat die gokverslaafde zelf niet eens wist wát voor pokémon dat dan eigenlijk waren. Zelf noemde hij Scyther en Dratini, maar daar voegde hij gehaast aan toe dat hij al tien jaar aan het sparen was voor een Pinsir en dat de prijzen in die tijd wel eens veranderd konden zijn.
Hiro schraapte al zijn door de jaren heen verzamelde geld bij elkaar en kocht daar zijn eerste
coins van. Hij nam plaats achter een van de apparaten en gooide er een muntje in. De drie verticale banden begonnen te draaien en het duurde even voordat Hiro doorhad dat het de bedoeling was dat hij ze zelf stil zette.
Een paar keer deed hij zo voort, tot plotseling: jawel! drie zevens op een rij! Tientallen muntjes (of waren het er honderden? Hiro nam niet de moeite om ze te tellen.) kletterden in het bakje. Hij was rijk! Opgetogen en overtuigd dat er nog zo'n geluk in de nabije toekomst zou plaatsvinden, gooide hij nog wat muntjes in het apparaat.
Zo ging hij door tot het einde van de dag.
Het bleek verslavend, al omschreef Hiro het zelf niet als zodanig. Af en toe won hij wat, maar vaker verloor hij zijn geld. Als al zijn muntjes op waren, ging hij verslagen naar huis en kwam hij de volgende dag terug met geld dat hij van zijn ouders of een gast in de herberg had gestolen. Ook dat geld vergokte hij helemaal.
Toen hij zestien was, was hij nog geen cent dichter bij zijn droomdoel om een pokémon te winnen. Je zou zijn leven zinloos kunnen noemen en ergens diep van binnen besefte hij dat zelf ook wel. Hij zou net als Masaru moeten gaan werken, dan kon hij zijn eigen geld bij elkaar krijgen. Het was jammer dat hij zo vaak ruzie maakte met Ichirou, anders had die hem wel aan een baan kunnen helpen. Ichirou had immers eervol zijn school afgemaakt en had nu goedbetaald werk. Dat wil zeggen; goedbetaald voor de maatstaven van de familie Inoue, waarvan het grootste deel werkloos was.
Het was een verstandig idee om te gaan werken, maar niet het pad dat Hiro uiteindelijk zou kiezen. Hij was zestien jaar en zes maanden toen om een onbekende reden een brand ontstond in de herberg. Het was diep in de nacht en het duurde lang voordat er iemand wakker werd. Uiteindelijk was het de zwakke Riouichi, die zelden sliep, die iedereen wakker maakte. Hiro zag iedereen geschrokken hun dierbaarste spullen bij elkaar rapen en naar buiten rennen. Zelf had hij niets dat hem dierbaar was en rende hij ook niet met de rest mee naar buiten. Hij sloeg een raam in en vertrok via de andere kant van het huis. Het was een opwelling, maar een idee dat al lang geleden ongemerkt zijn gedachten binnen was geslopen: hij liep weg bij de familie waar hij nooit thuis had gehoord.
Het was een dom idee geweest, dat ontdekte hij al snel. Er viel in de natuur niet veel aan voedsel te komen en over geld had hij ook nog niet goed nagedacht. Af en toe stal hij wat, maar constant bleef de drang om naar de Celadon Game Corner te gaan.
Hij begon er al spijt van te krijgen dat hij weg was gelopen, tot hij op een dag een trainer zag lopen. Zo eentje met een arrogante squirtle naast zich. Toen begon er iets te dagen: hij hoefde helemaal niet echt te werken. Met het trainen van pokémon kon je ook rijk worden. Hij hoefde alleen maar wat gymleiders te verslaan en dan die league. En hij moest een pokémon hebben, natuurlijk. En hoe wilde hij aan die pokémon komen? Het enige waar hij op kon komen, was de Game Corner, maar dáár had hij juist zijn geld voor nodig.
Een lange tijd zwierf hij rond zonder te weten wat hij moest doen, totdat hij op een dag schuilde voor een heftige regenbui. Hij kwam terecht in een gebouw waar op pokémon werd gepast. Een soort pokémon-babysit. Een belangrijk detail daarbij waren de eieren die bij de pokémon op hun eigenaar lagen te wachten. Hiro was niet slim genoeg om meteen de kans te zien die daar lag, maar maakte wel dankbaar gebruik van de gastvrijheid van de eigenaar van de pokémonopvang. Hij dronk een kopje thee en at gretig zes, zeven, nee wel tien koekjes. Als de eigenaar Hiro’s honger al merkwaardig vond, dan liet hij dat niet merken.
Pas toen de regen minder werd en Hiro op het punt stond om weer verder te gaan, werd zijn aandacht weer door de eieren getrokken. De eigenaar van het gebouwtje was even naar de keuken gelopen. Hiro was alleen. Zijn blik ging naar de eieren en weer naar buiten. Weer naar de eieren en weer naar buiten. Hij had vaker gestolen, waarom zou dit anders zijn dan andere keren? Omdat er een levend wezen in zo’n ei zat? De eigenlijke eigenaar van het ei had al meer pokémon, Hiro nog geen een... was het niet eerlijk als hij het ei zou krijgen?
Hiro hoorde gestommel in de keuken en wist dat hij snel moest beslissen. Wel. Niet. Wel. Niet.
Wel. Hij liep snel op de eieren af en griste er een weg. Wat er in zou zitten, wist hij niet, maar elke pokémon was goed genoeg voor hem. Snel verliet hij het huis en rende het dichtsbijzijnde bos in.
Het duurde lang voordat het ei uitkwam, maar de pokémon had geen betere dag uit kunnen kiezen. Het was de nacht van 6 op 7 januari, Hiro was voor de zeventiende keer jarig. Hij kreeg nooit cadeautjes voor zijn verjaardag, dit was de eerste. Een snavel brak door de bast van het ei, daarna brak de rest en zat er een wat verbaasd kijkende Psyduck voor hem. Hij stak zijn kleine vleugelarmpjes uit en kwaakte. Als Hiro wat meer humor had gehad, had hij er waarschijnlijk een soort ‘Mama!’ in gehoord.
Ondanks dat hij nu een pokémon had, was het pas twee jaar later dat hij echt wat met zijn leven ging doen. Al het geld dat de pokémongevechten hem opbrachten, gaf hij meteen uit aan de Game Corner. Het was dan ook de Game Corner waar hij voor het eerst leerde over een organisatie die zichzelf Team Rocket noemde. Hij hoefde niet lang te aarzelen en besloot zich erbij aan te sluiten met het idee in zijn hoofd om de organisatie op een dag over te nemen.
Like's:Dislike's:En verder..: Hiro is analfabeet.