Actions speak louder than words.
Unless you’re called Jasmine, then words are definitely loud enough.
Enkele uren geleden, in een plaats die wij allemaal wel kennen maar nog nooit in het echt hebben mogen zien, lag een meisje te ronken. Eh. Slapen.
ONE
Let the sleeping Houndooms lie
Gnnnrrrr…..zzzzzz….Mimimimimi…..Gggnnnzzz…..zzzzz….mimimimimi….Gggnnn….hmmf….GROOOH….zzzpp… mimimimimi…. Jasmine’s mond opende en sloot zich als die van een Magikarp op het droge. Ali Baba lag naast haar en kauwde in zijn slaap op haar haren – het was maar goed dat Jasmine zo diep in slaap was. Mompelend (“mwaauamwauauau”) draaide het meisje zich om, waarop Ali Baba slaperig wakker werd. Hij opende één van zijn ogen en taste met zijn pootje naar Jasmines haren, maar die waren weg. ‘Baba...’ De Bulbasaur kroop, meer slapend dan wakker, dichter naar Jasmine toe en probeerde op de zijkant van haar gezicht te klimmen, waarschijnlijk in de hoop dat hij dan weer bij haar haren kon komen. Zijn nageltjes lieten sporen achter in haar huid, terwijl hij zijn voorpoten achter haar oor zette in een poging zijn achterpoten op haar wang te krijgen. Na enkele verwoede pogingen lukte dit en bedekte zijn achterste de ene helft van haar gezicht. Hm. Eigenlijk lag dit best lekker.
Vergeet die haren, dacht de Bulbasaur, terwijl hij zich uitstrekte over de zijkant van Jasmines gezicht en een deel van haar achterhoofd. Hij liet zijn voorpootjes langs haar achterhoofd bungelen en legde zijn hoofd ertussen. Hij sloot zijn ogen weer en was al snel weer in dromenland. En Jasmine? Ach, die was weer eens verdwaald, dus die zat nog wel even vast in dromenland.
GRÔÔÔH!!! TSSSZZZZ!!! MIMIMIMIMI!!! Jazeker, zelfs in Jasmines dromen kwam gesnurk voor. Dit gesnurk was echter niet van haar, maar van Ali Baba, die lekker lag te dutten, terwijl zij boontjes zat te doppen. ‘Halloho!’ riep ze geïrriteerd uit. ‘Dit is míjn droom! In mijn dromen wordt NIET gesnurkt!’ Maar Ali Baba trok zich niets aan van zijn bazinnetje en bleef lekker keveren. Met een pruillip van hier tot aan Mount Moon (waar “hier” is zou ik niet kunnen zeggen) gooide Jasmine haar aardappelschilmesje en boontjes op de grond. ‘En in mijn droom horen ook geen boontjes voor te komen,’ mekkerde ze. Dat wekte Ali Baba wel. Hij lag in een opblaasband in een helder meer, met een stroën hoedje op zijn hoofd. Hij opende één oog en keek haar lui aan. ‘Aan het werk,’ zei hij en hij sloot zijn oog weer, om weer lekker verder te dobberen, terwijl een zacht zonnetje zijn bloembol kietelde. Ah, wat een leven. Jasmine was het daar echter niet mee eens. Ze stond op en liep naar de Pokémon toe. ‘Hoe durf je mij te commanderen, jij... jij....’ Ze viel even stil. ‘...jij pratend stuk groente?’ Was dit nou werkelijk waar? Zat ze boontjes te doppen voor een pratende Bulbasaur en zijn voorliefde voor die vieze sprieten? En dat terwijl iedereen altijd tegen haar zei dat ze niet in staat was haar eigen boontjes te doppen. Nou, die van Ali Baba kon ze wel doppen. Maar dat hij kon praten betekende nog niet dat ze zich zomaar rond liet commanderen. Ze keek naar haar handen. Waarom had ze dat aardappelschilmesje nou laten vallen? Nouja, maar haar slechtverzorgde nagels zou het vast ook wel lukken. En met die gedacht haalde ze uit naar de opblaasband van Ali Baba in de hoop die lek te steken. Nou, dat ging dus mooi niet door. Met een flinke PETS! werd ze geslagen door Baba’s groene tentakels. ‘AUAUAUAU!’ gilde Jasmine, terwijl Ali Baba haar schaterlachend aankeek en... leek te groeien? Jasmine slaakte een zucht van verwarring. Je zou haast denken dat ze aan een Paras had zitten knabbelen. Dat zou ook maar zo kunnen, trouwens, want Jasmine wist niet wat een Paras was en als ze honger had... nouja, dan at ze eigenlijk alles wat je kon roosteren.
Enfin. Ali Baba was enorm groot geworden en een lach was op Jasmines gezicht verschenen. Ha. Ha! HAHAHA! Haar lach werd steeds angstaanjagender, terwijl het besef tot haar doordrong dat ze met zo’n enorme plant elke trainer zou platwalsen. Die lach viel echter direct stil toen ze nog iets anders besefte. Ali Baba was helemaal niet van plan om ándere trainers plat te walsen. Hij had zijn pijlen achterste gericht op haar! Jasmine wilde gillend weg rennen, maar was te laat. Met een plof zakte Ali Baba bovenop haar. Eind goed, al goed, voor iedereen die ooit met Jasmine te maken had gehad? Nope. Te vroeg gejuichd. Het was allemaal maar een droom. ‘WAAAAAH!’ wilde slaand werd Jasmine wakker. Ali Baba vloog van haar gezicht af en rolde nog een eindje door. Jasmine kreeg hem in het verzier en lijkbleek krabbelde ze bij hem vandaan. ‘MONSTER! MONSTER! MONSTER!’ gilde ze, tot ze besefte dat Ali Baba klein was, geen stroën hoe op had en haar onderdanig aankeek. Ze keek hem even met knipperende ogen aan. ‘Whut?’ vroeg ze, maar het was een retorische vraag. Een opgeluchte zucht ontsnapte aan haar lippen. Gelukkig, haar trouwe slaaf was nog steeds een slaaf.
TWO
Bad trainers always blame their tools Pokémon.
Goed. Nu dat misverstand de wereld uitgeholpen was, was het tijd om te ontbijten. ‘Ali Baba,’ begon Jasmine. ‘Haal eens wat te happen voor me.’ Ze keek nadenkend toe hoe de Bulbasaur zich uit de voeten maakte om eten voor haar te halen. Waar waren ze ook alweer? Oja, dat was waar ook! Dat had ze nooit geweten! Hongerig streek Jasmine door haar hare- gatjakkie, wat was dit nu weer? Was dit... nee toch... IEUW! Slijm! Het liefst zou Jasmine nu haar haren eraf knippen, maar ze had geen schaar bij zich. Wat ze beter kon doen – en dat vond ze toch wel een geniale oplossing van zichzelf – was naar het beekje toe te lopen dat een meter bij haar vandaan lag en daarin haar haren wassen. Maar dan moest ze eerst even energie verzamelen.
Het was nog vroeg in de ochtend en de zon was nog maar net op. Een lichte nevel spreidde zich over het veld en tussen de bomen door. Alles leek te schreeuwen: “SLAAP NOG EVEN!”, maar Jasmines maag knorde veel te hard om te kunnen slapen. Het was zoiets als proberen te lopen zonder benen, maar dan anders. Ongeduldig zat het meisje te wachten tot haar Pokémon terug zou komen met iets eetbaars. Het duurde, en het duurde... En toen uiteindelijk kwam Ali Baba tussen de struikjes vandaan met iets in zijn tentakels. ‘Baba!’ riep hij vrolijk, Jasmines chagrijnige blik negerend (ach, die was hij intussen wel gewend). ‘Wat is dat?’ vroeg Jasmine bot, toen Ali Baba
iets voor haar neerlegde. Het zag er smerig uit, maar het leek wel eetbaar, dus ze moest het er maar mee doen. Bij Baba, wat verlangde ze naar een heerlijke gefileerde Magikarp. Hongerig stak ze het eten in haar mond. En kotste het weer uit. ‘Dit smaakt naar bonen!’ riep ze verontwaardigd uit. ‘Baba!’ Ali Baba leek dat wel leuk te vinden, want zodra hij zag dat Jasmine absoluut niet van plan was het op te eten, schrokte hij het
ding zelf naar binnen. ‘Ga iets nieuws voor me halen!’ commandeerde Jasmine, maar Ali Baba wilde eerst zijn bonentroep opeten. Jasmine zuchtte. ‘Ondankbaar ding,’ mompelde ze. ‘En dat terwijl ik zoveel voor je doe.’
Ze legde zich er maar bij neer dat ze zou moeten wachten tot Ali Baba zijn eten naar binnen had gewerkt, want zelf naar eten zoeken, nee, dat was nou echt geen goed idee. Ze pakte haar kaart van Kanto erbij. Ze was er heilig van overtuigd dat ze inmiddels wist hoe de kaart in elkaar stak en had al een plaatsje aangewezen dat wel voor Pallet Town door kon gaan. ‘Ik denk dat we hier zijn,’ zei ze, terwijl ze een random boompje op de kaart aanwees. ‘En dit lijkt me wel iets waar die Gym zou kunnen zitten.’ Ze wees naar een stadje, dat... tsja... er eigenlijk hetzelfde uitzag als alle andere stadjes op de kaart. ‘Dan moeten vandaag dus zo- hé!’ Jasmine had met haar vinger een lijn willen trekken van het “hier” en de Gym, maar Ali Baba had de kaart uit haar handen gegrist. ‘Baba!’ zei hij, terwijl hij met zijn tentakels naar een plaats die ver van hun “hier” verwijderd was, wees. ‘Baba!’ herhaalde hij. Jasmine keek hem geïrriteerd aan. ‘Bonenkwekerij?’ vroeg ze, maar Ali Baba schudde zijn hoofd. ‘Baba!’ riep hij weer. Nu werd Jasmine boos. ‘Ja, zeg! Als je denkt dat we dáár helemaal heen gaan lopen is je ui overrijp. Dáár gaan we heen!’ Met een woest gebaar wees ze naar het stadje dat volgens haar De Gym zou hebben. ‘BABA!’ riep Ali Baba, maar Jasmine was absoluut niet gediend van die brutaliteit. Ze haalde haar Pokébal tevoorschijn en met een druk op de knop liet ze Ali Baba terugkeren in zijn bal. ‘Dat zal je leren, mij tegen te spreken.’
Nu had ze alleen één probleem. Wie ging er nu ontbijt voor haar halen?
THREE
All roads lead to Rome somewhere
Goed. Haar ontbijt had dus bestaan uit gras en bladeren. Dat kon iedereen overkomen toch? Jasmine slofte over het zandpad, terwijl kiezeltjes haar schoenen binnendrongen. Eigenlijk was ze goed gek, dat ze nu bezig was Ali Baba te
dragen. De luilak had geen ontbijt voor haar geregeld, wilde haar de verkeerde kant op sturen en zou nu ook nog eens niet zelf lopen. Maar met haar nachtmerrie nog in haar achterhoofd, besloot ze toch dat ze hem nog even zou dragen. Hm... Ze keek naar de kaart die ze in haar handen had. Het zag er naar uit dat ze in één rechte lijn bij de stad zou kunnen komen, hoewel er niet overal paden (ze ging er tenminste vanuit dat die strepen paden waren) lagen. Er waren ook stukken groen. En er stonden boompjes. En bruine driehoeken. Maar daar kon ze wel overeenstappen, dacht ze. Ze was al een grote meid.
Zo liep ze een tijdje verder, haar neus bijna op de kaart gedrukt. Tot ze een boom voelde. In. Her. Face. ‘Kijk toch uit waar je gaat staan!’ blafte ze naar de boom, maar die negeerde haar natuurlijk. De brutaliteit. Jasmine wilde wachten tot de boom aan de kant zou stappen, maar was nog net slim genoeg om te beseffen dat ze dan lang kon wachten. Ze zou zelf een stap opzij moeten doen. Aan de kant gaan. Dat was iets dat nieuw voor haar was. Aarzelend deed ze het, de boom nauwlettend in de gaten houdend. Stel je voor dat hij ook opzij zou stappen, daar zag ze hem nog wel voor aan. Wat een rotstreek zou dat zijn. Maar gelukkig, de boom was vriendelijk genoeg om haar met rust te laten. Sterker nog: hij lachte haar nieteens uit omdat ze
aan de kant stapte!
Enfin, toen ze aan de kant stapte, ontwaarde zich een beeld voor zich dat haar mond open deed zakken. Een klein dorpje, gelegen tussen groene velden, lag voor haar. En ze kende dit dorp. Ze kende dit dorp en er was verdorie maar één dorp in heel Kanto dat ze kende! Pallet Town. Ze was weer thuis. Met een gezicht dat op onweer stond liep ze verder. Ze was verkeerd gelopen. Nee. Wacht. Natuurlijk was ze niet verkeerd gelopen. Ze was doelbewust terug naar huis gelopen. Ze had haar voeten nog meer willen martelen, ze had haar Gymgevecht nog langer uit willen stellen en ze had zin om haar vader te ontmoeten. Dat waren best goede redenen om terug naar huis te gaan, toch? Jasmine gromde. Ze wist zelf ook wel dat dat absoluut geen goede redenen waren. Ali Baba zou voorlopig in ieder geval niet zijn bal uit mogen, want dat stuk prei zou haar ongetwijfeld dagenlang uitlachen. Bah. Of. Wacht. Er was nog hoop. Plotseling bedacht ze zich een goed excuus waarom ze terug zou zijn gekomen naar huis. Hadden al die gymleiders en trainers niet steeds meerdere Pokémon gehad? Hadden zij haar niet elke keer – heel oneerlijk – met meerdere Pokémon bevochten? Plotseling was ze blij dat ze bijna thuis was, want ze wist nu wat ze ging doen. Ze zou naar haar vader toelopen, haar liefste puppyoogjes opzetten en hem vragen om een tweede Pokémon.
Ja. Hij zou vást instemmen.
FOUR
If you wanna make an omelet, you gotta break some eggs.
Haar vader was bij die lompe beesten van hem. Tauros. Jasmine vond ze wel gaaf, maar haar vader wilde er geen aan haar geven. “Ze waren te groot voor haar”. Dat vond Jasmine natuurlijk onzin en ze had heel lang gejengeld om één zo’n beestje, maar dat was echt de enige keer dat haar vader haar iets geweigerd had. Hij was zelfs boos op haar geworden en had haar naar haar kamer gestuurd! Jasmine was drie dagen lang niet naar beneden gekomen, maar helaas had dat niet echt het gewenste effect gehad. Haar vader was zich komen verontschuldigen en had wat cadeautjes voor haar gekocht, maar niet het cadeautje waarop ze gehoopt had. Een zak snoep en een knuffel van een Tauros. Verdorie, ze had een échte Tauros gewild! De knuffel had het dan ook niet langer dan vijf minuten overleefd, maar in plaats van direct een levende Tauros voor haar te regelen, had haar vader gelachen en haar een “gekke meid” genoemd. Wel had hij gezegd dat ze een Tauros mocht als ze groter was en beter met Pokémon om kon gaan. Nou, ze was het afgelopen jaar gegroeid en omgaan met Pokémon, dat kon ze als de beste! Ali Baba was daar het levende bewijs van. Ja, ze hoopte heel erg dat haar vader haar nu eindelijk een Tauros zou geven. Hij zou vast trots op haar zijn als ze vertelde dat ze al wel twee Gyms had uitgedaagt!
Hideki, zo heette haar vader (Ja, sorry hoor, die naam had zij niet zelf bedacht!), begroete haar verrast en vrolijk. ‘Jasmine, mijn meisje! Nu al terug?’ vroeg hij. Jasmine knikte. ‘Maar alleen om een Pokémon op te halen,’ zei ze. ‘Ik wil een Tauros.’ Dit maakte Hideki aan het lachen, wat Jasmine weer boos maakte. Ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Je neemt me gewoon niet serieus!’ riep ze uit. ‘Zie je dan niet dat ik gegroeid ben?’ Hideki grinnikte nog steeds. ‘Oja hoor,’ zei hij. ‘Wel twee centimeter, gok ik zo. Wat voor Pokémon zou je willen hebben lieverd?’ Jasmine keek hem arrogant aan. ‘Dat weet je best,’ sneerde ze, waarop haar vader beschermend voor zijn Tauros ging staan. ‘Lieverd, daar ben je echt nog niet klaar voor.’ ‘Ik heb al twee Gyms uitgedaagd!’ reageerde Jasmine fel. Dit verraste haar vader duidelijk en Jasmine keek hem triomfantelijk aan.
‘Twee Gyms uitgedaagd?’ vroeg Hideki. Hij veegde over zijn voorhoofd. ‘Maar meisje, heb je al twee badges dan?’ Jasmine zweeg en keek hem verontwaardigd aan. Hideki kroop in zijn schulp. ‘Sorry lieverd,’ zei hij. ‘Natuurlijk heb jij al twee badges gehaald. Hoe had ik ook anders kunnen denken?’ Jasmine besloot hem niet van dat idee af te helpen. ‘Dus, twee badges en twee centimeter gegroeid. Hoor jij wat ik hoor?’ Jasmine pauzeerde even en vervolgde toen luid: ‘TAUROS. T. A. Eh...’ Ze wilde het voor hem spellen, maar wist eigenlijk niet zo goed hoe je Tauros schreef. ‘Nouja, je weet wel,’ mompelde ze, maar tot haar woede schudde Hideki zijn hoofd. ‘Nee, Jasmine, dat is echt nog te vroeg.’ Als hij niet haar vader was geweest, was ze hem aangevlogen. Wat mankeerde die man? Te vroeg?! Ze was verdorie al bijna bejaard aan het worden! ‘Ik eis een Pokémon, pap.’ Jasmines stem was ijs- en ijskoud, die van haar vader aarzelend: ‘Maar lieverd...’ ‘NU!’ ‘Jasmine, mijn mei-.’ ‘IK WIL NÚ EEN TWEEDE POKÉMON!’
Het was even stil. Haar vader stond trillend voor haar. Hij keek even om naar zijn Tauros en zuchtte toen. ‘Laat me even een telefoontje plegen,’ zei hij toegevelijk. Jasmine was minder toegevelijk. ‘Je hebt vijf minuten,’ zei ze. Waarom moest hij nou weer een telefoontje plegen? Hij kon toch zeker zo het hek open zetten en haar een Tauros overhandigen. Sjeez... die ouwelui dachten ook niet logisch na. Maargoed, ze kreeg haar Pokémon, dus ze zou geduld tonen. Voor vijf minuten.
De minuten leken voorbij te kruipen en Jasmine riep regelmatig dreigend naar binnen dat hij voort moest maken, maar toen uiteindelijk kwam Hideki naar buiten lopen met een wat verfomfaaide lach op zijn gezicht en zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd. ‘Ik heb wat voor je geregeld, liefje,’ zei hij. ‘Stap maar in de auto.’ ‘Je Tauros staan gewoon hier,’ merkte Jasmine op. Hideki lachte zenuwachtig naar haar. ‘Ik heb wat veel beters voor je geregeld.’ Dat klonk wel goed, dus zat Jasmine ietsje later in de auto. Ze reden wel een uur, zo niet langer en Jasmine trappelde van ongeduld. ‘Hoe lang is het nog rijden?’ vroeg ze na elke kilometer en als haar vader niet antwoordde dat ze er bijna waren, zette ze het op een mekkeren. Het was al ruim in de middag toen de auto tot stilstand kwam bij een klein gebouwtje met een weide erbij. “DAYCARE” stond in grote letters op het gebouwtje. Jasmine maakte afkeurende geluiden. ‘Je wilt me dumpen bij een DAGOPVANG?’ vroeg ze verontwaardigd, maar voordat ze nog meer kon protesteren duwde haar vader haar het gebouw in.
Een oud mannetje stond achter een balie. Hij keek haar aan en begon spontaan te zweten. ‘Geef mijn superzeldzame Pokémon,’ zei Jasmine dreigend, toen ze bij de balie stond. Haar vader legde een hand op haar schouder. ‘Dit is mijn dochter,’ zei hij op een verontschuldigende toon. Jasmine vroeg zich af waarom hij zo verontschuldigend klonk, maar bedacht zich toen dat dat haar eigenlijk helemaal niets kon schelen. Ze wilde haar Pokémon. ‘Ah...’ zei de man achter de balie. ‘U heeft gebeld. Momentje.’ De man liep even de kamer uit en kwam toen terug met een grote steen in zijn handen. Hij was roze en blauw geverfd. ‘Dit lijkt me wel een geschikte voor uw dochter,’ zei hij. Jasmine miste de veelbetekenende blik die hij op Hideki wierp, die zoveel zei als “Het is weinig waard en mag kapot”. ‘Ik hoef geen steen,’ merkte Jasmine op. ‘Ik wil een Pokémon.’ Hideki lachte nerveus. ‘Dit is een Pokémon in de maak, lieverd. Dit is een
ei.’
Een
ei? Jasmine keek er hongerig naar. ‘Alsof je wist dat ik nog niet ontbeten had!’ riep ze blij verrast uit. ‘Nee nee, dit is niet om op te eten,’ zei Hideki. ‘Hier zit een
zeldzame Pokémon in.’ Wederom miste Jasmine de blikken die werden uitgewisseld en nu zoveel zeiden als: “Het is hoogstens een Caterpie of een misvormde Kakuna”. Nu stuiterde Jasmine. ‘Mag ik hem open maken?’ vroeg ze. Dit leverde gelach op. ‘Nee nee,’ zei haar vader weer. ‘Je moet geduld hebben, dan komt hij vanzelf uit.’ ‘Oh,’ zei Jasmine teleurgesteld. Geduld. Viel dat even tegen. Maar toch pakte ze het ei aan. Een zeldzame Pokémon, dat sprak haar wel aan. Toen Hideki en Jasmine de Daycare bijna uit waren, draaide Jasmine zich nog even dreigend om naar de oude man. ‘O wee als er geen zeldzame Pokémon in zit,’ zei ze en toen draaide zich naar haar vader toe en zei tegen hem: ‘En dat geldt ook voor jou.’
Haar vader en zij reden nog een eindje met de auto. ‘Omdat je al twee Gyms hebt verslagen,’ zei Hideki, toen ze bij een stadje aan waren gekomen en stil stonden. ‘zet ik je af bij de derde Gym. Goed trainen, geduld hebben en laat me weten als je deze Gym verslagen hebt.’ Hij knipoogde naar haar. Jasmine keek hem met uitgestreken gezicht aan. Derde Gym. Dat was niet de Gym die ze zocht. Maar ze durfde niet te zeggen dat ze beide Gymgevechten verloren had, dus stapte ze uit de auto. ‘Dag ouwe,’ zei ze. ‘Ik zal je gauw weer opzoeken om een Tauros op te halen!’ Haar vader zwaaide naar haar en reed toen met een noodvaart weg. Jasmine haalde haar schouders op. Hij had vast haast.
Ze keek naar het ei in haar armen. Het was ronduit lelijk, maar als er een supersterke Pokémon in zat was zij tevreden. Alleen... Ondanks dat ze nog niet wist wat voor Pokémon erin zat, wilde ze het al een naam geven. Iets... iets pakkends... iets indrukwekkends... Iets dat in ieders geheugen gegrifd zou word-... Ze wist het. Plots drong het zich aan haar op. Er was maar één naam die goed genoeg was voor de Pokémon in haar armen. Eén naam die haar trots kon maken. Ja. Ze wist het zeker. Dit was dé naam.
En ze noemde hem: Ei.
OOC: Deels Golduckopdracht! En ik heb hem hier neergezet omdat de Daycare tussen Cerulean en Saffron City in zit. :3
Edit: Onderwerp verplaatst omdat ik me besefte dat ze eindigt in Vermillion City. :3