Een donkere deken was neergedaald over Kanto, sterren fonkelden aan de duistere hemel en af en toe was er een donkere schaduw te zien in de lucht, afkomstig van een Pidgey, Pidgeotto, of andere vliegende Pokémon. Op de grond zag je ook bijna niks, daar het nieuwe maan was en er dus, ondanks de heldere hemel, geen maan te zien was. Schaduwen bewogen ook op het land, afkomstig van wilde Pokémon, scharrelend in de bosjes, en verdwaalde trainers, naarstig op zoek naar een Pokémoncenter of andere veilige plek om te overnachten. Onder de bewegende schaduwen van Pokémon en zwervende trainers, bevond zich nog een schaduw, groter dan de andere schaduwen en in tegenstelling tot de zwervende trainers, was deze schaduw niet verdwaald. Deze schaduw was namelijk doelgericht op zoek naar een geheime ingang, vlakbij de ingang van Rock Tunnel. ‘Waar was het ook alweer,’ mompelde de gedaante terwijl deze met haar handen over de rotswand voelde. ‘Ah, hier,’ sprak de gedaante toen triomfantelijk en verdween door een smalle opening de Rock Tunnel in.
Langzaam daalde de nog onbekende gedaante een smalle, ongelijke stenen trap af en belande na een korte wandeling in een ondergrondse gang. De vrouw keek links en rechts, maar zag niks, uiteraard, want het was stikdonker in de gang. Daar geen van haar Pokémon in staat was Flash te leren, had de vrouw een zaklamp mee moeten nemen, welke ze nu aanklikte. Een felle lichtstraal kwam tevoorschijn en lichtte stukjes van de gang op. De vrouw liet de kap van haar mantel zakken, waardoor haar gezicht wat meer te zien was door het licht van de zaklamp. Destiny Kashimuro, Commander van Team Rocket, keek langzaam, inspecterend en nadenken om zich heen. Om haar nek ging een Dratini, welke de omgeving ook goed in zich op nam. ‘Zubat,’ sprak de vrouw enkel, waarop er een witte flits was en er een Zubat verscheen. ‘Scan de omgeving en zoek de weg.’ De Zubat maakte zijn welbekende geluid en begon met het scannen van de gang met zijn sonar. Het duurde maar een paar seconden, maar toen vloog Zubat in de richting waar Destiny al met haar neus naartoe stond. De vrouw glimlachte flauwtjes. Dat deel van de reis had ze dus wel goed onthouden uit het boek.
Met grote passen marcheerde Destiny achter haar Zubat aan, welke al vliegend de weg scande en hier en daar een afslag naar links of naar rechts nam. Destiny scheen met haar zaklamp op de grond en de muren terwijl ze haar Pokémon volgde. Ze daalde meerdere malen een smalle trap af en hoe dieper ze in de tunnels onder de grond kwam, hoe kouder de lucht om haar heen werd. ‘Hoe ver nog?’ mompelde Destiny terwijl ze de zoveelste bocht omliep. Zubat kon uiteraard geen antwoord geven en de vrouw wist ook wel dat de tocht naar haar doel, het Drakenmeer, ver was, maar dit was toch wel wat verder dan ze had verwacht. Hoe lang was ze nu al onderweg? Een uur? Na nog een hele tijd gelopen te hebben en zelfs een keer bijna gestruikeld te zijn, hoorde Destiny eindelijk het zachte gekabbel van water. De vrouw daalde een laatste trap af en stond toen eindelijk oog in oog met het doel van deze hele reis; het Drakenmeer. De vrouw grijnsde breed. Ze was blij dat het oude boek, waarin ze het verhaal over het Drakenmeer, diep verborgen in Rock Tunnel, had gelezen, niet had gelogen. Het was dus toch een goede aankoop geweest toen, op die rommelmarkt.
‘Zubat, keer terug,’ sprak de vrouw en de Vleermuispokémon verdween in een rode flits. De vrouw stapte naar voren en scheen met haar zaklamp over het water van het gigantische, ondergrondse meer. Het water kabbelde zachtjes, maar afgezien van dat was er geen beweging te zien. Dratini, welke om haar nek ging, keek met grote ogen naar het meer waar ze nu stonden. Ze kende dit meer! Hier was ze geboren! Dit was haar thuis geweest, tot dat moment waarop ze door Night was gevangen! Maar wat deden ze hier nu? Destiny was vast niet van plan haar vrij te laten. Of wel? Langzaam liep de vrouw van Team Rocket naar voren, tot ze aan de rand van het meer stond. Met haar zaklamp scheen ze over het water, dat zich wijd voor haar uit strekte. Waar waren de Dratini en Dragonair die, zo zei het boek, “rijkelijk aanwezig waren”? Ze kon zich niet voorstellen dat het meer al “kaalgeplukt” was door trainers, want het meer was absoluut niet gemakkelijk te vinden en lag heel goed verborgen.
‘Dratini, doe je Water Pulse op het water.’ De Dratini knikte en vuurde de aanval af op een stuk water, enkele meters van de kant verwijderd. De aanval sloeg hard in op het wateroppervlak en golven schoten over het water heen. Het meer was nu een stuk onrustiger dan eerst, het water dan, maar nog altijd was er geen teken van leven in of op het water. Of toch wel? Terwijl de golven op het water langzaam veranderden in golfjes, begon er even verderop toch weer een rimpeling te ontstaan in het water, waarna er een stevige Water Pulse terug kwam over het water. Behendig sprong de vrouw opzij, waarna een grijns haar lippen sierde. Iets verderop in het water was een Dratini verschenen, zijn ogen uitdagend, zijn blik woedend. ‘Dragonair, nu,’ sprak de vrouw, waarop haar prachtige, blauwe Dragonair tevoorschijn kwam. ‘Dragon Pulse,’ beval Destiny, wijzend naar de kleine Dratini in het water. De Dragonair richtte haarzelf in haar volle lengte op en schoot haar aanval op de Dratini af, welke deze probeerde te ontwijken door in het water te verdwijnen.
Ze moest die Dratini uit het water krijgen, want op deze manier was mikken best lastig. Hoe kreeg ze die kleine opdonder eruit? Simpel, ze moest hem gewoon eerst boven water zien te krijgen. ‘Thunder Wave op het water!’ Dragonair stak het puntje van haar staart in het water en liet de elektrische golf over haar lichaam het water in glijden. Het hele water lichtte op en Destiny wist hoe het er onder water uit moest zien; schokkend. Haar idee leek te werken, er kwam inderdaad even verderop wat bovendrijven, maar haar doelwit was niet het enige wat boven kwam. Meerdere Dratini kwamen boven drijven, en ook een heleboel Magikarp, en de vrouw grijnsde breed. Ohoho, ze kon gewoon een heel leger aan Dratini vangen! Prachtig! Maar eerst die ene die haar aanviel. Haar ogen zochten naar de Dratini waar ze in eerste instantie haar gevecht mee was begonnen. Welke van de zoveel boven water gekomen Dratini was het? Ook Dragonair speurde rond, maar dook toen naar beneden, naar een Dratini enkele meters rechts van waar hij eerste had gezeten. Dragonair hengelde de Dratini uit het water met haar staart en vloog terug naar de kant, waar ze hem voor Destiny’s voeten liet vallen. De vrouw zakte door haar knieën en hurkte neer bij de verlamde Dratini. Hij zag er wel sterk uit, maar was hij dat ook werkelijk? Haar eigen Dratini snuffelde nieuwsgierig aan de verlamde Dratini, die duidelijk pogingen deed om tegen de verlamming te vechten.
In het water klonken spetterende geluiden en toen Destiny opzij keek, zag ze dat alle andere Dratini en de Magikarp de verlamming hadden verbroken en weer onder water waren verdwenen. Hmmm, jammer, maar één Dratini was ook voldoende. Voor nu. Ze richtte haar blik weer op de Dratini, welke opeens uit zijn verlamming was ontsnapt en haar nu woedend aankeek, zijn gezicht maar een centimeter bij dat van haar vandaan. Nog voor ze het door had, had de kleine Draakpokémon haar al een flinke kopstoot tegen haar voorhoofd gegeven en ging toen snel op weg naar het water. ‘Grijp hem!’ gromde Destiny, woedend om haar hoofdpijn. Dit was een taaie, dat wist ze nu wel, en dat gaf haar des te meer reden om deze te vangen en niet een andere. Dragonair greep met haar staart de kleine Dratini bij de staart en smeet hem tegen de muur, ver weg van het water. ‘Ice Beam!’ riep Destiny. Als een trainster van Draakpokémon wist ze maar al te goed de zwakte van haar favoriete Pokémon; IJs en Draak. Het was ironisch dat Draakpokémon zwak waren tegen hun eigen aanvallen, maar het was iets wat je niet kon voorspellen, aangezien de meeste Pokémon wel “immuun” waren voor hun eigen type aanvallen, maar bij Draakpokémon was het dus anders.
Dragonair vuurde haar Ice Beam op de Dratini af, welke net omhoog krabbelde van zijn smak tegen de muur. Hij werd volop geraakt, maar werd helaas niet bevroren in een blok ijs. Nee, dat was waarschijnlijk te gemakkelijk geweest. De kleine Dratini was een echte vechter, dat was duidelijk, of hij was gewoon super koppig en weigerde op te geven, beide kwaliteiten die Destiny wel kon waarderen. Dratini zette zijn Dragon Rage in, welke Dragonair counterde met een Dragon Pulse. De twee aanvallen knalden hard op elkaar en een stofwolk ontstond. Beide Pokémon liepen wat schade op, al was het bij Dragonair maar minimaal. Voor Dratini leek het echter al bijna te veel. ‘Ice Beam, nog een keer,’ fluisterde Destiny, bijna geluidloos. Dragonair vuurde haar ijsstraal op de Dratini af en deze keer werd deze wel bevroren. Destiny haalde een lege Pokéball, welke de kleine Draakpokémon opslokte. De bal viel met een PLOK op de harde, stenen grond en bleef daar liggen, wiebelend. Zou ze hem hebben?
De pokéball wiebelde hard heen en weer, aangevend dat zelfs nu de Dratini nog vocht voor zijn vrijheid. Het werd de pokémon echter teveel en het ronde voorwerp bleef met een zachte 'pling' stil op z'n plek liggen. Gefeliciteerd, je hebt een Dratini gevangen!
Met optrokken wenkbrauw en een kleine achterdocht, liep Destiny naar de pokéball toe. Hij was opgehouden met wiebelen en lag nu roerloos op de grond. Triomfantelijk raapte ze hem op en staarde ernaar. Ha! Het was haar gelukt! Ze had de koppige opdonder gevangen! Dragonair kwam bij haar staan en staarde, net als Dratini, naar de pokéball. 'We hebben er een nieuw teamlid bij jongens,' sprak ze tegen haar twee draken. 'Laten we hopen dat hij net zo krachtig is als hij hier liet zien.'