Kasumi wipte op en neer op de bijrijdersstoel en keek reikhalzend uit over de weg. Waren ze er al? Hè, waarom duurde het zo lang? Ze zat al bijna de hele dag in de auto! Ze wierp een blik opzij waar haar moeder aan het stuur zat. Hoewel ze er ontspannen uitzag, wist Kasumi dat haar moeder nog altijd niet te oude was. Ze oogde moe, er lagen wallen onder haar ogen en haar blik was leeg. Het meisje zuchtte even en keek weer uit het raam. Was haar vader er nog maar.. Dan zou haar moeder er nooit zo aan toe zijn geweest. Haar ogen volgden de weg die ze volgden en zag in de verte wat huizen verschijnen. Meteen veerde Kasumi op. Dat moest Pallet Town zijn! Ze was er nog nooit geweest, maar haar moeder had gezegd dat het volgende dorpje hun bestemming zou zijn. Ongeduldig wipte het blauwharige meisje op en neer. Vanuit haar ooghoeken zag ze dat haar moeder zwakjes glimlachte om haar gedrag. Kasumi grijnsde terug en trommelde met haar vingers op het dashboard. Ze waren er bijna! Ze reden over de hoofdweg en sloeg toen af naar een groot gebouw op een heuvel. De hekken stonden open en Hikari parkeerde de auto. Kasumi gooide de deur open en sprong naar buiten. Tot haar verrassing rook de lucht hier anders dan in Cerulean City. Het rook zout en in de verte hoorde ze de zee. Het deed haar zo sterk denken aan thuis dat ze plotseling werd overspoeld door een golf heimwee. Ze miste haar oude huis in Lilycove en zilte zeelucht. "Kasumi, ga je mee?" Ze keek op en zag haar moeder haar vragend aankijken. "Ja, mam," antwoordde ze, terwijl ze gauw naar de ingang liep.
Het was een groot, licht gebouw. Ze kwamen binnen in de wachtruimte, maar ze hadden nauwelijks tijd om te gaan zitten. Er zwaaide een deur open en een oudere man in een witte labjas kwam naar buiten. "Ah, de Ashari familie?" Kasumi knikte en schudde de uitgestoken hand van de professor. "Ik ben professor Oak. Zouden jullie even met me mee willen lopene?" Kasumi en Hikari volgden ze man het laboratorium in. Hij stopt bij een houder met daarin drie pokéballs. Oak gebaarde er naar en zei: "In deze pokéballs zitten een Charmander, Squirtle en Bulbasaur. Ik weet niet of je bekend bent deze soorten?" Zijn ogen bleven vragend op Kasumi hangen en ze schudde haar hoofd. Ze kende nog niet erg veel Kanto pokémon, in Hoenn had ze bijna alle soorten kunnen herkennen. Professor Oak pakte de drie ballen en opende ze. In een felle witte flits verschenen er drie pokémon voor haar neus. De één was oranje, stond op twee benen en droeg een vlam op zijn staart. De middelste liep op vier benen en had een grote, groene knop op zijn rug en de laatste stond op twee benen, was blauw van kleur en had een schild. De professor lichtte bij elke pokémon toe wat zijn naam en type was en hoe moeilijk of makkelijk het was om ze op te voeden. Kasumi keek keurend naar de pokémon. De Charmander viel wat haar betreft meteen af, ze wilde geen problemen krijgen met het opvoeden van haar pokémon. Zowel de Bulbasaur als de Squirtle leken haar echter hele leuke pokémon. Ze besloot te besluiten op basis van hun persoonlijkheid.
Het meisje knielde neer voor de groene en blauwe pokémon. "Hallo, ik ben Kasumi," zei ze vriendelijk. De Bulbasaur keek haar nogal achterdochtig aan, maar de Squirtle liep meteen naar haar toe en stak zijn pootje uit. Lachend schudde Kasumi zijn poot met twee vingers. Wat was deze al goed opgevoed! Ze keek hem even met een schuin hoofd aan, wat de Squirtle kopieerde. Kasumi schoot in de lach. "Deze neem ik!" lachte ze, terwijl ze de schildpadpokémon optilde. "En ik weet ook al een goede naam voor je: Shui," vervolgde ze. De Squirtle lachte even en keek haar met twinkelende ogen aan. Professor Oak trok haar aandacht en overhandigde het meisje vijf pokéballs en een pokédex. Ze namen afscheidt van de professor en liepen terug naar de auto. Kasumi had Shui nog altijd in haar armen en toen ze eenmaal in de auto zat hield ze de pokémon op schoot. Ze had haar eerste eigen pokémon! Opeens leek de terugreis niet zo erg meer. Ze was immers niet meer alleen.
+4