Ceder Winter
Profiel Aantal berichten : 132 Poképoints : 64 Reputatie : 0 PokégearPokéGearGeslacht: VrouwLeeftijd: 16Pokémon: | Onderwerp: Explorers of Darkness ma okt 13, 2014 8:30 pm | |
| Ceder "Three brave heroes woke with the sun, on a misty morning three were as one. The ancient forest rang with the sound of a crystal-tongued Chatot and the cry of a Hound", zong Ceder zachtjes terwijl ze door het bos liepen. Mistig was het niet en Chatot en Houndoom leefden niet eens in Kanto, maar ach, die dingen kon ze er wel bij verzinnen. Als iemand zou vragen waar ze naar op weg was, zou ze zeggen: 'wij zijn op weg naar een avontuur'. Of misschien zou ze gewoon zeggen dat ze op weg waren naar de bergen, om precies te zijn: één berg.
Mount Moon. De grootste berg van Kanto. Ceder stond voor de ingang van de tunnel en keek naar binnen. Squirtle stond aan haar rechterzijde, Alaska aan haar linker. In haar ene hand had ze een zaklantaarn, in de ander een grote spoel met naaigaren. Na zich een paar seconden mentaal voorbereid te hebben - wat niet echt nodig was, maar wel leuk - stapte ze de tunnel in. Het was leuk geweest als ze in één stap omringd zou zijn door duisternis, maar in werkelijkheid was dat nu eenmaal niet zo. Niet alleen kwam er bij de ingang van de tunnel nog genoeg daglicht van buiten, ook was de hoofdtunnel goed verlicht. Nee, als Ceder avontuur wilde, zou ze een zijtunnel in moeten gaan en dat was dan ook precies wat ze van plan was.
Squirtle De grote Tauros was niet blij met de gang van zaken. Bang voor het donker was hij niet, maar hij voelde er weinig voor om krappe zijtunnels in te gaan. Hij was vooral bang dat Ceder een gang in zou gaan waar hij met zijn niet geringe omvang niet in paste. Hij kon haar niet in haar eentje die tunnels laten verkennen. Goed, Alaska was er ook nog, maar Squirtle vertrouwde als het om Ceder ging liever niet op anderen.
Bij de eerste zijtunnel die ze tegenkwamen, kwam dit probleem al naar boven. Als Ceder een beetje zou bukken, kon ze er wel naar binnen, maar Squirtle zou zich onmogelijk door die doorgang kunnen persen. Hij ging meteen voor de ingang staan, voordat Ceder er naar binnen zou kunnen. Ze begreep de boodschap. Op zoek naar een bredere gang.
Ceder "En dit is waar de draad in het spel komt", kondigde Ceder aan toen ze een geschikte gang hadden gevonden. "Kennen jullie de draad van Ariadne?" Haar pokémon antwoordden niet, wat voor haar het teken was het uit te leggen. "Nou, er was een groot doolhof waar de Minotauros in woonde. Dat was niet zo'n heel vriendelijk wezen, want hij at kinderen. Nu was er een held, Theseus, die de Minotauros wilde doden. Zodat hij niet zou verdwalen in het Labyrint, gaf de dochter van de koning, Ariadne, hem een draad die hij kon afwikkelen en wanneer hij het doolhof uit wilde weer terug kon volgen. En dat gaan wij dus ook doen", zei Ceder enthousiast. Glunderend hield ze de spoel op. Alaska grijnsde en Squirtle bromde goedkeurend. Zijn trainer was tenminste niet van plan zomaar een tunnel in te rennen en te gaan verdwalen.
Ceder bond het uiteinde van de draad aan een ballpoint en klemde die tussen twee grote stenen in, die niet zo gauw zouden verschuiven. Ze knipte haar zaklamp aan en liep de tunnel in. Squirtle en Alaska volgden haar op de voet. Het leuke - of juist het minder leuke, dat hing ervan af aan wie je het vroeg - van een zaklamp was dat hij eigenlijk niet veel meer dan een cirkel van licht gaf dat je maar op één ding tegelijk kon richten. Intussen zag je nog steeds weinig van de rest van je omgeving. Dat maakte het een beetje eng, maar daar hield Ceder wel van. Het was in de tunnel een stuk kouder dan buiten en ze was blij dat ze haar jas bij zich had. Ze was ook wel blij dat Squirtle en Alaska achter haar liepen, want dat gaf haar toch wel een iets veiliger gevoel. Ze kon tenminste niet van achteren beslopen worden. Ze zag iets bewegen en richtte haar zaklamp erop, om nog net een steen helemaal uit zichzelf een hoek om te zien gaan. Ze knipperde even verbaasd met haar ogen en bedacht zich toen dat het waarschijnlijk een Geodude was geweest. Ze kwamen bij meerdere splitsingen, maar Ceder hoefde dankzij haar 'draad van Ariadne' niet te onthouden welke gang ze kozen. Ze wanden waren ruw en een beetje vochtig. "Zouden we Clafairy tegenkomen?" vroeg Ceder zich hardop af. Ze wist dat de roze pokémon in Mount Moon woonden, maar ze wist ook dat ze heel zeldzaam waren en bovendien redelijk schuw. Ze werden niet vaak gezien. Ze waren dan ook behoorlijk populair. Ceder vond het vooral de verhalen rond hen leuk. Men zei dat Clefairy uit de ruimte kwamen.
Ze kwamen echter een tijd maar bar weinig pokémon tegen. Ze hoorden ze wel en een paar keer fladderde er iets vlak langs haar, te snel om gevangen te worden in de lichtstraal van haar zaklamp, maar Ceder vermoedde dat het Zubat waren. Er gebeurde verder weinig. Tot ze opeens een zacht geklop hoorde dat uit een muur leek te komen. Ze bleef staan en keek naar de wand, waar absoluut niets te zien was. Klop, klop, klop. De haartjes in haar nek gingen er recht van overeind staan. Klop, klop, klop. Ze bleef naar de muur kijken, terwijl het geklop rustig doorging. Leek het maar zo, of werd het harder? Opeens stopte het geluid. Een tel later schoot er iets uit de muur, dat luid lachend langs een zich dood geschrokken Ceder zweefde en in de andere muur verdween. Het duurde een hele tijd voordat Ceders hart weer in een normaal tempo klopte. "Oké, oké... er zitten dus ook Ghost-pokémon in Mount Moon", stelde ze nog een beetje natrillend vast. Toen ze de zaklamp op haar pokémon richtte en naar hen keek, zag ze dat Alaska heel erg aan het doen was alsof ze zojuist niet ongelofelijk geschrokken was, terwijl zelfs Squirtle er licht verontrust uitzag. Op Ceders gezicht verscheen echter weer haar brede glimlach. "Nou, ik wilde avontuur en ik krijg avontuur, ik kan niet klagen! Kom, we gaan verder."
De draad werd verder en verder uitgerold. Er was nog iets meer dan een kwart van over op de spoel. Het was een behoorlijk grote spoel, met een draad van een kilometer lang. Dat betekende dat ze zo'n zevenhonderd meter gelopen hadden toen ze langs een scheur in de wand kwamen. Ceder bukte zich een beetje om door de opening te kijken en zag dat het geen gang was, maar een opening naar een grot. "Ik wil even hier kijken", zei ze. Squirtle bromde iets wat waarschijnlijk zoiets als 'nee' betekende. "Niet lang, ik ga heel even kijken, daarna kom ik terug, oké? Ik zal bij de ingang in de buurt blijven en niet helemaal gaan verkennen enzo. Beloofd." Ze kon aan Squirtle zien dat hij niet blij was met haar plan, maar toen ze hem een tijdje op haar smekendst aankeek, gaf hij toe, al bromde hij er nog wel even nors bij. Ceders grijns keerde terug en ze kroop door de smalle scheur. Met haar zaklamp scheen ze in het rond. "Wauw, deze grot is groot", zei ze ademloos. "Alaska, kom eens kijken." De kleine waterpokémon stapte ook door de scheur. "Squirtle!" zei ze verrast. Het was een behoorlijk grote grot waar ze in waren gekomen, vol stalagmieten en stalactieten. En toen richtte Ceder haar zaklamp op het plafond. Het was blauw. Het plafond was één grote zee van blauw en paars en die zee begon door Ceders felle zaklamp te ontwaken. Honderden kopjes draaiden zich om, honderden mondjes begonnen te piepen, honderden vleugels vouwden zich open. "Oei", zei Ceder. En dat vatte de situatie wel goed samen, want deze enorme troep Zubat en Golbat hield niet van indringers.
Achter zich hoorde Ceder een hard gebonk. Squirtle had het inmiddels oorverdovende gepiep ook gehoord en begreep wat het betekende. Dat betekende gevaar. Hij bestookte de wand die hem van zijn trainer scheidde met Horn Attacks, totdat de rots brak en de scheur zo groot werd dat zijn massieve lichaam erdoorheen paste. Ceder keek naar haar Tauros en was blij dat hij er was. Toen keek ze weer naar de enorme massa die zich losmaakte van het plafond en bedacht ze zich dat ze zelfs met haar Tauros geen schijn van kans maakte. "Terug, terug!" riep ze. Het meisje en haar twee pokémon doken zo snel mogelijk door de scheur heen de grot uit en terug de gang in. Het drietal rende door de gang, Ceder haar spoel zo snel als ze kon uitrollend, want ze wilde nog altijd liever niet verdwalen. Een moment later begon de wolk van vleermuispokémon zich ook door de scheur te persen en de troep vulde de gang met vleugelslagen en gepiep.
Als ze tijd had gehad om op Squirtles rug te klimmen, waren ze een stuk sneller vooruit gekomen, maar ze konden geen moment stil blijven staan om dat te doen. Ceder rende zo hard als ze kon. Toen ze zag dat Alaska op haar korte pootjes achterbleef, griste ze de Squirtle van de grond zonder een pas over te slaan en zette ze haar op de rug van de Tauros. Alaska klampte zich vast aan Squirtles horens. "Probeer ze weg te houden met Water Gun!" riep Ceder. Een sterke waterstraal schoot op de groep vleermuispokémon af, maar Ceder kon niet zien of het effect had. Het gepiep leek eigenlijk alleen maar harder te worden. Het geklapper van zo veel vleugels maakte een donderend kabaal. Opeens greep Alaska naar haar kop. Squirtle begon te zwalken en ook Ceder werd een beetje duizelig. Supersonic, dacht ze, ze gebruiken Supersonic. Het werd opeens bijzonder moeilijk om recht vooruit te blijven rennen. Ze botste eerst bijna tegen Squirtle aan en rende vervolgens recht tegen de muur. Ze keek om en zag dat de Zubat al schrikbarend dichtbij waren. Wat nu? Koortsachtig dacht ze na en opeens kreeg ze een idee. "Squirtle, gebruik Rock Tomb!" De Tauros kwam slippend tot stilstand en stampte toen hard met zijn hoef op de grond. Tussen hen en de Zubat schoten rotspilaren uit de grond omhoog, tegen het plafond aan. De doorgan was afgesloten. Van achter de stenen muur hoorde Ceder nog het boze gefladder van de pokémon, maar het geluid klonk veel zachter dan net. Ceder hijgde nog na van het harde rennen. Dat was maar net goed gegaan. Waarom was ze er niet eerder op gekomen om Rock Tomb te gebruiken?
Al gauw kwam ze erachter dat nog niet al hun problemen waren opgelost. Vier Zubat waren net aan hun kant van de rots beland. Ze moesten even over de schrik heen komen dat ze zich plotseling niet meer in een grote groep soortgenoten bevonden, maar toen laaide hun woede jegens de indringers weer op. Het viertal wierp zich op de tegenstanders. Één vloog op Ceder af, maar Alaska schoot hem uit de lucht met een welgemikte Water Gun. Squirtle gebruikte spontaan Rage. En viel de Zubat op Ceders commando aan met Horn Attack, waarna de Zubat meteen uitgeschakeld was. De andere drie lieten zich minder makkelijk te pakken krijgen. Ze fladderden rond buiten Squirtles bereik en ontweken Alaska's Water Guns. "Bubble!" besloot Ceder te proberen. Die aanval had een iets groter bereik. "En nu Bite!" riep het meisje toen één van de Zubat werd geraakt en naar beneden viel. Alaska greep hem beet en beet hard in zijn vleugel. Haar aanval leek alleen de kracht te missen die hij eerder had gehad, in het gevecht met de wilde Pidgey een paar dagen geleden. Was dat dan maar een toevalstreffer geweest? De Zubat beet terug en een stuk harder dan Alaska had gedaan. "Squirtle, gebruik Horn Attack", zei Ceder snel. De Tauros viel de Zubat aan, die daardoor Alaska losliet. De Zubat fladderde weer op, maar zijn vleugelslagen waren zwak en hij leek er moeite mee te hebben in de lucht te blijven. "Maak het af met Water Gun, Alaska!" De Zubat kon het niet op tijd ontwijken en viel uitgeteld op de grond. "Gebruik nu Withdraw en Hail!" riep Ceder. "Squirtle, ga even een stukje naar achteren, anders word jij ook geraakt." Een donkere wolk vormde zich tegen het plafond van de tunnel en dikke hagelstenen vielen naar beneden en sloegen. De Zubat konden niet goed vliegen in dit weer en vielen naar beneden. "Squirtle, Horn Attack, Alaska, Tackle!" Terwijl het stopte met hagelen, vielen de twee pokémon aan. De Zubat maakten een krijsend, onaangenaam geluid: Astonish. De Tauros en de Squirtle deinsden even terug en de vleermuispokémon grepen hun kans om aan te vallen met Leech Life. Ze waren als vampiers: terwijl Ceders pokémon zwakker werden, werden de Zubat juist sterker. "Alaska, Withdraw!" riep Ceder. Zelf rende ze naar Squirtle toe en trok de Zubat van zijn rug. In een officieel pokémongevecht vast totaal ongeoorloofd, maar ze kon nu niet toekijken en niets doen. Alaska was in haar schild veilig voor de scherpe tanden van de Zubat. De Zubat die Ceder had vastgepakt piepte een hard 'bat!' en beet in haar arm. "Au!" riep Ceder toen ze de scherpe tandjes haar arm in voelde dringen. "Tau!" schreeuwde Squirtle woedend naar de Zubat en met een Horn Attack die op een haar na langs Ceders arm schoot, sloeg hij de Zubat weg. Alaska had intussen op eigen initiatief de andere Zubat aangevallen met Bubble. De twee vliegende wezens begonnen er moe uit te zien. "Squirtle, Alaska, gebruik Tackle!" Beide pokémon kenden deze aanval. De Zubat hadden geen energie meer om op te vliegen, werden geraakt en vielen op de grond. Ceder ademde uit en begon te grinniken. Die plots weggevallen spanning moest ergens heen en dus ging hij naar een lachbui. Nou, een avontuur had ze nu zeker beleefd. Toen haar lachbui over was sloot ze even haar ogen. Ze bleef een tijdje zo staan, totdat haar hartslag weer normaal was.
Ze opende haar ogen weer en richtte haar zaklamp beurtelings op de vier bewusteloze Zubat. Ze keek naar ze, dacht even na en maakte een besluit. Ze begon te grijnzen. "Ik ga er eentje vangen," zei ze half tegen zichzelf, half tegen haar pokémon. Alaska keek haar verbijsterd aan en Squirtle keek haar even aan. Ceder pakte een lege pokéball en merkte dat haar hand een beetje trilde. Of dat nog kwam door daarnet of door de zenuwen nu ze ging proberen een pokémon te vangen wist ze niet. Ze had nog nooit een wilde pokémon gevangen. Squirtle was uit een ei gekomen en Alaska had ze van Professor Oak gekregen. Zowel haar broer Wolf als haar zusje Erin hadden al pokémon gevangen, misschien intussen wel meerdere. Zij kon niet eeuwig achterblijven. Zou een Zubat leuke combinaties kunnen leren? Ach, vast wel, dat kon iedere pokémon. Bij een Tauros zou je ook niet meteen aan performances denken en die deed het ook heel goed in Ceders ogen. Ze haalde diep adem en gooide toen haar pokéball naar een van de Zubat. Gelukkig kon ze redelijk mikken en raakte haar pokéball de Zubat. Die verdween in een rode flits die de tunnel kort verlichtte. De pokéball viel op de grond en wiebelde daar knipperend en bliepend heen en weer. Zowel het meisje als haar twee pokémon staarden naar de bal. Zou het lukken?
OOC: 100e bericht, yay!
De Zubat deed een laatste poging om te ontsnappen, maar was helaas niet sterk genoeg meer. Gefeliciteerd! Je hebt een Zubat gevangen!
Ceder, mijn excuses dat je zo lang hebt moeten wachten! Je hebt echt een prachtige post geschreven ^^
De bal stopte met bewegen, het lampje doofde en er klonk een vrolijk 'pling!'. Een grote grijns brak door op Ceders gezicht. Gelukt! Het was haar gelukt! Ze had voor het eerst een eigen pokémon gevangen! Oh, dit was geweldig! Hoe zou de Zubat zijn in het team? Zouden ze snel vrienden worden? Ceder zag al hele toekomstscenario's voor zich en ze waren allemaal even leuk en gezellig. Ze pakte de pokéball op en keek glunderend naar haar andere twee pokémon. "Jullie hebben er een teamgenoot bij! Is het niet geweldig?" Ze was ietwat teleurgesteld toen Alaska alleen snoof. Squirtle besloot zijn trainer een plezier te doen en knikte braaf, waardoor Ceders grijns nog blijer werd. Daarna keek ze echter weer iets ongeruster. Zowel Squirtle als Alaska zag er vermoeid uit. De Leech Life van de Zubat had hen flink verzwakt. Ze haalde hun pokéballs tevoorschijn om hen voor het moment terug te laten keren, maar beide pokémon schudden resoluut hun kop. Squirtle was niet van plan het meisje alleen te laten, zeker niet nu duidelijk was geworden hoe gevaarlijk het hier kon zijn. Alaska was gewoon te trots. Ceder raapte de spoel op van de grond, ze had hem laten vallen toen ze een van de Zubat van Squirtles rug had getrokken. Ze volgde met haar blik de draad. Hij was gebroken door Squirtles Rock Tomb. Maar aan de andere kant zou ze het uiteinde wel weer terug moeten kunnen vinden, toch? Ze luisterde met haar oor aan de door de Tauros opgeworpen rotswand. Ze hoorde geen gepiep aan de andere kant, waarschijnlijk was de troep Zubat teruggevlogen naar de grote grot. "Squirtle, kun je Horn Attack hierop gebruiken?" vroeg ze. De Tauros denderde langs haar en verplinterde met zijn horens de steen. Ceder speurde met haar blik de grond af, maar de draad vond ze niet. "Oh, dit meen je niet. Die Zubat zullen toch niet mijn draad meegenomen hebben?" Daar leek het echter wel op. Daar ging haar mooie plannetje. Hoe moesten ze nu de uitgang vinden? Wacht...
"Zubat, kom tevoorschijn!" riep ze en ze gooide de pokéball van de pasgevangen Zubat op. Het wezentje kwam fladderend tevoorschijn en piepte een beetje verward. Ceder keek even goed naar de pokémon. Zubat, Zubat, hoe zat het bij hen ook alweer? Oh ja, de tanden... Ze zag dat de tanden van de Zubat redelijk klein waren. Ze keek even naar de Zubat doe nog op de grond lagen en net weer bij begonnen te komen. Twee van hen hadden grotere tanden. Dan moest dit dus een vrouwtje zijn. Haar vleugelslagen waren zwak en Ceder stak haar arm uit. De Zubat aarzelde nog even, maar leek toen te beseffen dat deze mens nu aan haar kant stond en ze ging aan de uitgestoken arm hangen. Ceder hield haar zo dat ze haar aan kon kijken. "Oké, goed, ik zal me even voorstellen. Mijn naam is Ceder Aaralyn Winter en ik ben een coördinator. Weet je wat dat is?" De Zubat schudde haar kopje. "Eh, tja, ik ga het niet helemaal uitleggen, maar het is iets leuks, oké?" De Zubat leek best bereid dit te accepteren. "Oké dan. Die twee zijn voortaan je teamgenoten: Squirtle de Tauros," Squirtle bromde een soort begroeting, "en Alaska de Squirtle." Alaska keek de Zubat redelijk vijandig aan en zei niets. "Voor jou moeten we nog een naam gaan verzinnen, maar dat komt zo wel. Allereerst hebben we je hulp nodig. Zie je, ik had een prachtig plan met een draad van Ariadne om niet te verdwalen in deze grotten enzo, maar jouw groep heeft die draad weggehaald. Ik neem aan dat jij je weg in deze gangen wel enigszins kan vinden, aangezien je hier woont enzo, dus... kan jij ons misschien naar de uitgang leiden?" De Zubat piepte en fladderde op. Alleen al dit korte tijdje rust had haar weer een beetje hersteld. De andere Zubat waren inmiddels ook weer helemaal bij. Ze keken niet erg blij, maar na een waarschuwende brom van Squirtle vlogen ze weg. Ceders Zubat keek ze na. "Vind je het erg dat je met ons meegaat?" vroeg Ceder voorzichtig. "Ze zijn natuurlijk wel je familie, dus misschien wil je liever bij hen blijven..." Ze wilde het wezentje niet ongelukkig maken. Maar de Zubat maakte geen aanstalten om haar soortgenoten te volgen en fladderde juist een eindje de andere kant op. "Goed dan, op naar de uitgang!" zei Ceder en ze volgde de Zubat, op haar beurt weer gevolgd door Squirtle en de Squirtle. |
|