Kato Moore, dat was haar naam. Ze was bezig om haar rugzak samen te stellen, niet te veel kleding meenemen, dat had haar moeder gezegd. Ze beet op haar lip, oh nee hé, nu had ze weer een hele stapel liggen. Ze zuchtte en het enige wat ze in haar tas duwde was een dikke trui, voor koude dagen. Haar slaapzak had ze er ook al aan vastgemaakt, en ze duwde wat eten voor de komende dagen in haar tas. Ze hoorde hoe haar moeder haar riep, onder aan de trap. "Nog even mam!" Riep ze en keek haar kamer rond, haar blik viel op een kettinkje, met een bedeltje in een hartjesvorm. Ze pakte het en deed hem om, waarna ze het hartje in haar vingers liet rollen, en het opende. Een kleine foto van haar vader, moeder en zijzelf verscheen. Ze glimlachte wat wazig. Haar vader was paar jaar geleden gestorven. Ze vermande zich van de tranen, die langzaam op kwamen zetten. "Kom op Kato, je eerste dag als trainer.." Mompelde ze zachtjes en klikte het hartje weer dicht, waarna ze deze om haar nek liet bungelen. Ze pakte haar camera en sloeg haar tas over haar schouders heen, het zat wel lekker en was licht. Ze liep naar beneden, denkend aan wat ze nu allemaal ging meemaken. Ze stond nog maar net op de grond toen haar moeder haar omhelsde, en ze sloeg haar armen om haar heen. Alles hier was zo vertrouwd, maar ze had ook de drang de wereld in te trekken. Kato keek naar haar moeder, die wat waterig glimlachte. "Houd je taai." Zei haar moeder en ze knikte. "Doe ik." Ze gaf haar moeder nog een kus en wipte naar buiten, waar haar fiets klaar stond om haar naar het lab te brengen, waar ze haar eerste pokémon kon halen. Ze stapte op en keek nog een keer naar haar moeder, die naar haar zwaaide. Ze zwaaide terug en duwde de trappers naar beneden, en fietste de weg op.
Ze trapte alsof haar leven er vanaf hing. Misschien kwam het door de zenuwen, want ze had nog niet precies besloten welke startpokémon ze zou kiezen. Maar het kon net zo goed komen omdat ze enorm veel zin had om te beginnen aan haar reis. Er drupte wat tranen uit haar ogen omdat de wind er nog al in sneed. Ze besloot het wat langzamer aan te doen, want ze voelde hoe er kleine druppeltjes zweet van haar voorhoofd af kwamen zetten. Ze fietste nu een stuk slomer door Pallet Town heen. Uiteindelijk zag ze het figuur van het lab zichtbaar worden aan het einde van de straat. Ze hield zichzelf niet meer in en trapte zo hard als ze kon, adrenaline gierde door haar lichaam heen. Met piepende remmen hield ze halt voor het gebouw, en ze gooide haar fiets in het gras. Ze veegde het zweet van haar voorhoofd en haalde diep adem. "Daar gaat 'ie dan." Fluisterde ze zichzelf toe en duwde met haar hand tegen de deur van het lab, waarna ze naar binnen stapte.
Kato keek rond, niemand te zien en niemand te horen. Ze deed een paar passen verder het gebouw in. "Hallo?" Een man kwam tevoorschijn, dat moest professor Oak zijn. Ze greens van oor tot oor. "Jij bent vast Kato?" Vroeg de professor aan haar, en ze knikte bevestigend. "Mooi, kom maar mee." Nodigde hij haar uit en ze volgde hem naar een kamer. Er stond een rare machine, waar de drie bekende pokéballs in lagen. Ze keek er nieuwsgierig naar. De professor wees naar de machine. "Nu mag jij je startpokémon kiezen." Begon hij, wijzend naar een van de ballen. "Charmander, Bulbasaur of Squirtle." Kato kneep haar ogen samen, oh, waarom had ze nou niet van te voren besloten. Opeens wist ze het, of tenminste, het schoot eruit. "Ik neem Bulbasaur!" De professor knikte. "Goede keuze," zei hij en pakte de pokébal waar haar pokémon inzat. Hij drukte op het knopje en een wittige schim was te zien op de grond, al snel werd de Bulbasaur zichtbaar. Kato zakte door haar knieën, en liet haar hand over het kopje van de pokémon gaan. "Bulba!" Liet de pokémon horen en ze grinnikte. "Ayame." Fluisterde ze naar de pokémon. Eerst keek deze wat verbaasd, maar toen zag ze dat het groene diertje haar snapte. Ze glimlachte trots en kwam weer overeind, ze nam de pokéball aan van de professor, en klikte deze aan haar riem, zoals alle trainers deden. Ze zag hoe hij nog vijf pokéballs pakte. "Gebruik ze wijs." Kato knikte en duwde deze in haar zak, anders raakte ze nog in de war welke van Ayame was! De professor pakte een grappig dingetje, en toen schoot haar te binnen wat het was, een pokédex. De professor legde uit hoe ze hem moest gebruiken, en al snel had ze het onder de knie. Ze duwde het apparaat diep in haar zak, zodat ze het niet snel kon verliezen, en gaf de professor een hand, waarna ze naar buiten liep, haar reis kon beginnen!
Buiten keek Kato naar haar Bulbasaur, de groene pokémon keek haar vragend aan. Ze tilde haar op en sloot haar in haar armen. Haar fiets totaal vergetend, liep ze het pad op. Ze zou dit gaan doen, samen met haar pokémon. Ze zette Ayame neer en pakte een verfrommelde kaart van Kanto uit haar zak. Ze zou via de Southern Plains naar Viridian City gaan, en voor de rest zag ze dan wel verder. Ze kon onderweg trainen, en misschien wel een coole pokémon vangen, maar dat was een bijzaak. Ze moest eerst maar zorgen dat ze Ayame goed ging trainen. Ze keek naar de schattige Bulbasaur die haar vergezelde, dat moest wel goed gaan!